Een samenstelling bestaat uit twee delen die je ook afzonderlijk (als losse, op zichzelf staande) woorden kunt gebruiken.

Voorbeelden van samenstellingen

  • hamerhaai: hamer + haai
  • knuffelallochtoon: knuffel + allochtoon
  • geluidsoverlast: geluid + overlast
  • krantenbericht: krant + bericht

Schrijf samenstellingen aan elkaar!
In principe schrijf je samenstellingen aan elkaar. Maar soms krijgen samenstellingen een streepje (koppelteken). Bij klinkerbotsing bijvoorbeeld. Of bij gelijkwaardige woorddelen. Hier schrijf ik gauw een apart artikel over.

Tussenletters bij samenstellingen
De laatste twee voorbeelden hierboven, geluidsoverlast en krantenbericht, laten meteen twee problemen zien die je bij samenstellingen tegen kunt komen: tussenletters. De tussen-s en tussen-n zorgen nogal eens voor schrijftwijfel.

Een samenstelling is geen afleiding
Er is een taalkundig verschil tussen samenstellingen en afleidingen. De regels voor de tussen-n en tussen-s gelden bijvoorbeeld alleen voor samenstellingen, en niet voor afleidingen.