In de verleden tijd krijgt de persoonsvorm -de(n) of -te(n) achter de stam van het werkwoord. ik/jij/hij/zij werkte (stam +te) wij werkten (stam +ten) ik/jij/hij/zij belde (stam +de) wij
Krijgt de persoonsvorm -d, -t of -dt?

De persoonsvorm is een belangrijk werkwoord in de zin: je kunt er bijvoorbeeld aan zien in welke tijd de zin staat. De vervoeging van een willekeurig werkwoord in de tegenwoordige tijd (enkelvoud) gaat zo: ik loop (stam)
Werkwoorden: wanneer schrijf je -d, -t en -dt?
Een dt-fout is de ergste fout die je kunt maken, vinden veel mensen. Zij ergeren zich wild aan *Later wordt ik dolfijnentrainer en *Hopelijk gebeurd dit niet opnieuw. Deze fout komt veel voor, terwijl het echt niet moeilijk is om te
Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?
Er zijn 3 manieren om de persoonsvorm van een zin te vinden. Manier 1: Maak de zin vragend Als je de zin vragend maakt, komt de persoonsvorm vooraan te staan. – Hij is vorige week naar Praag geweest. – Is
Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm is het werkwoord dat aangeeft of de zin: in de tegenwoordige, verleden of toekomstige tijd staat in de eerste, tweede of derde persoon staat in het enkelvoud of in het meervoud staat (aantal) Directe link met onderwerp De
Wat is het gezegde?
Het gezegde geeft de handeling van de zin aan. Het gezegde zegt iets over het onderwerp: wat het onderwerp doet of is. Meestal bestaat het gezegde uit alle werkwoorden in de zin, soms aangevuld met een bijvoeglijk of zelfstandig naamwoord.